Bij de groep 6- en 7-jarigen waren er vandaag 8 kinderen aanwezig. Een heerlijke club kinderen. We behandelden omgaan met boosheid aan de hand van verschillende figuren. De koning, draak en de ridder.

Als eerst voerden we met de kinderen een toneelstukje op. Die van het verhaal van Koning Salomon waarbij twee vrouwen ruzie maken om een baby. Johannes wilde wel graag de koning zijn en de kroon stond hem goed. Sophie en Elsa werden de moeders. Ten slotte was er een wachter met een zwaard nodig. Dat vond Daan wel iets voor hem.
De vechtende moeders kwamen binnen en de koning moest dit probleem oplossen. Beide moeders beweerden dat de baby van hen was. De koning riep de wachter erbij en net toen die zij zwaard hief om de baby door midden te snijden riep één van de moeders ‘Geef het dan maar aan haar’.  Aangezien de andere moeder nog steeds drakerig wilde dat de baby dood zou gaan en het door midden gesneden mocht, wist de koning nu wie de echte moeder was.
Aan de hand van dit verhaal illustreerden we dat je op verschillende manieren met boosheid om kan gaan:
– Als een draak – de jaloerse moeder die haar eigen baby was verloren en haar boosheid met geweld wilde uiten.
– Als een koning. Die beslissingen neemt vanuit wijsheid en kijkt naar wat voor iedereen het beste is. Hij denkt helder na bij een ruzie en hij kan soms ook even uit zijn eigen boosheid stappen en erboven gaan staan.
– Als een ridder – in dit geval was de ‘echte moeder’ de ridder, omdat zij haar kind beschermde. Als een ridder met boosheid omgaan betekent dat je jezelf beschermt en voor jezelf en belangrijke anderen op komt.

De moeder die niet echt de moeder was kreeg een drakenhoofd op. Sophie begon meteen te spuwen als een draak en vertelde dat ze de boosheid in haar buik voelde. Ja jongens, boos zijn als een draak ziet er zo uit. Je reageert meteen en met vuur. Dit was herkenbaar voor de kinderen.
Ook in de groep 8 en 9- jarigen werd er enthousiast rollenspel uitgevoerd. Door koning Nathan en moeders Britt en Nienke. De meiden kwamen er niet gelijk uit wie van hen de echte moeder mocht spelen. Ze losten dit op door steen-papier-schaar. Goede manier!

Toen werd het tijd om de vertaalslag te maken naar het echte leven en kregen de kinderen een aantal situaties voorgeschoteld om in tweetallen te bespreken hoe ze dit konden oplossen. Ook mochten ze dit uitspelen.

Deze dilemma’s waren bijvoorbeeld:

  1. Je hebt met je vriend(in) afgesproken om samen iets leuks te gaan doen. Maar als je bij je vriend(in) komt zit die te pruilen op de bank. Ze heeft net ruzie gehad met haar broer en is nu nog steeds boos. Wat bedenk jij om haar/hem toch (gezellig) met jou mee te laten doen?
  2. Jij en je vriend(in) spelen met de verkleedkleren. Jouw vriend(in) pakt plotseling de kroon van je hoofd en zegt dat hij nu de koning(in) mag zijn.
    Hoe kun je reageren? Bedenk 3 manieren.
  3. Je loopt van school naar huis en onderweg zie je twee jongens die een moeder eend en kleine eentjes pest. De jongens zijn even oud als jij bent. Je voelt je heel erg boos worden. Wat kun je doen? Bedenk 2 dingen.
  4. Jij krijgt de schuld van iets op het schoolplein. De juf dacht dat jij begon met een ruzie, maar volgens jou moest die ander niet zoveel stomme dingen zeggen. Je voelt je nog heel boos en wil het liefst dat die ander nog de schuld krijgt. Wat kun je doen om rustig te worden? Bedenk 2 trucjes en laat dit zien.Te zien was bij dilemma 1 dat er door twee groepjes met de oplossing gekomen werd om de ander te laten bedenken wat ze voor leuks zouden gaan doen. Onder andere Alicia en Thomas kwamen met dit idee. Dat maakte de ander al minder boos. Emma wist te vragen wat er aan de hand was en zo hielp het dat de ander even kon vertellen. Praten over wat je boos maakt is namelijk net als afleiding heel helpend.

    Tussen het uitspelen door gebeurde er ook iets dat een mooi voorbeeld was. Een van de kinderen had de meegebrachte spinner van Elsa even gepakt en deed daar een trucje mee. Elsa was daar niet zo blij mee en keek enkel boos en dwingend. Dit maakte dat de ander het gauw weglegde. Elsa voelde zich boos en liet zij dit blijken? Door met haar houding en hoe ze keek duidelijk te maken dat hij er niet aan mocht komen. Haar ogen waren wellicht van een draak? Of meer zoals de koning? Ze hoefde geen woorden te gebruiken.

    Sophie en Emma speelden het rollenspel uit waarbij twee jongens (Johannes en Daan) kleine eendjes lastigvielen. Sophie kwam heel ferm voor de eendjes op. Haar houding liet zien dat de jongens moesten stoppen. ‘Stop, hou daarmee op’ en een uitgestoken stop-hand. De jongens schrokken er wel even van maar gingen toch door. Sophie bedacht dat Emma-eendje gered moest worden en veilig gesteld naar een andere plek (nog meer ridder). Toen de jongens achter haar aankwamen werd ze af en toe een draak. Emma observeerde veel en stond bij de rollenspellen vaak met haar neus erbovenop. Ze had tegenzin een grotere rol te spelen en was liever het eendje en regisseerde tussendoor wat.Elsa en Lara (die vandaag voor het eerst meedeed) bedachten en lieten zien wat je kunt doen als je kroon wordt afgepakt. Ze kwamen met het voorstel dat eerst de ene er een paar minuten mee mocht spelen en daarna de ander.
    Dit voorstel kwam in de andere groep ook naar boven bij Britt en Felice. Bij de oudere groep werd er vooral veel opgelost door te onderhandelen en het lot te laten beslissen (papier- steen- schaar). Koningen.

    In het creatieve gedeelte kregen de kinderen pastelkrijt en papier. Ze mochten laagjes tekenen waarbij de verschillende kleurenbalkjes in elkaar over konden gaan. Onderste balkje ben je nog rustig en dan gebeurt er iets waardoor je al wat geprikkeld raakt, dat was het volgende kleurtje en zo wordt je steeds wat bozer. Het hele blad werd vol gemaakt. De kinderen vonden het heerlijk om hun handen zo gekleurd vies te maken. Daarna mochten ze hun ogen tot spleetjes gesloten zien of ze een figuur konden ontdekken. Een dier of wezen dat hen helpt bij de boosheid. Zo ontstond Frans de Leeuw (Daan en ook Alicia had een leeuw) en het kleurenmonster. De zeemeerminpup van Sophie zwom in de zee en als ze de plaat ophing kon ze daar naar kijken en weer rustig worden. Een plan voor thuis dus :)We sloten met een goed gevoel af en de 8-9-jarigen vonden elkaar dit keer veel minder in de drukte en kwamen goed aan het thema toe.
    *namen zijn aangepast