Wat een machtig mooie wezens leven er toch in de zee! Wist je dat haringen scheetjes laten en op die manier met elkaar communiceren? Ja, dat is echt waar. Wanneer het gas ontsnapt en de belletjes openbarsten maken deze een geluid dat enkel hoorbaar is voor haringen. Het is een toon op een zeer hoge frequentie. Op deze manier kunnen ze ‘s nachts dicht bij elkaar blijven en een beschermende school vormen tegen vijanden.

Thijs, kwam vandaag nieuw met ons meedoen. En wat vond hij het leuk! Hij was na afloop erg teleurgesteld dat hij aankomende bijeenkomst niet aanwezig kan zijn.

Tijdens het kringgesprek bespraken we wat de kinderen voor interessante weetjes hadden over zeedieren. Fay had weetjes-kaarten mee, geschreven in het Engels. Ze heeft er twee uitgekozen en zo hebben we geleerd dat een krab zo’n drie jaar oud wordt en dat een kreeft 45 kilo kan wegen (correct me if I’m wrong. Het schrijven van de blog stelt mijn geheugen op de proef ;))
Ik had zelf ook een aantal opmerkelijke weetjes verzameld en die mochten de kinderen in groepjes gaan uitbeelden voor de rest. Terwijl de tekst werd opgelezen zorgden zij dan voor passend ondersteunend beeldmateriaal. Zo kregen de kinderen meteen de kans om samen te werken. Op de gang kregen ze in groepjes van twee of drie te horen welk verhaaltje ze mochten illustreren.
Onder andere was dat het verhaaltje over de haring die windjes laat. Maar ook over dolfijnen die maar met één hersenhelft slapen omdat de ander altijd waakzaam is. En over zeesterren met weer aangroeiende armen en sidderalen die stroomstoten geven waarmee je wel 45 auto’s kunt starten!
De kinderen konden haast niet wachten tot ze weer naar de gang mochten. Ha, dat is ook eens nieuw 😉 Gelukkig keken ze ook goed naar elkaar, wanneer een weetje werd gepresenteerd.
Eigenlijk waren alle kinderen leuk in het uitdenken van hoe iets uitgebeeld kon worden. Vooral Fay, Thor, Coco en Thijs hadden veel ideeën. Andere kinderen volgden meer. Dat hing ook van de groepssamenstelling af. In een ander subgroepje zag ik ze dan weer meer initiatief nemen.

Na deze toneelvoorstellingen zijn we een experiment met haaien gaan doen. Tijdens de kringbespreking kwamen we al op de witte haai. We bekeken hem in een prachtig platenboek over Sealife. ‘De witte haai heeft geen vijanden in de zee,’ zei Thor. ‘Hij hoeft voor niemand bang te zijn, behalve voor de mens.’ Dat was wel even een onderwerp van gesprek. Want waren wij sterker dan de haai? Toch wel met onze visnetten, kooien en harpoenen.
‘Een witte haai dood wel dieren, maar hij kan er niets aan doen. Hij doet dat niet expres om dieren pijn te doen. Hij moet dat gewoon doen, dat zit zo in zijn hartje,’ zei Thijs. Hij keek heel meelevend en hield zijn hand op zijn hart. Dat was een mooi bruggetje om het over instinct te hebben.
Enfin ik wilde vertellen over ons experiment. Er gebeurt gewoon teveel in zo’n bijeenkomst…

Dit experiment had ik van een Engelse lab-site en leek mij erg leuk om met de kinderen te doen. We gaven ze twee met vloeistof gevulde ballonnen. Daarop een tekeningetje van een haaiengezichtje, althans dat moest het voorstellen. We vroegen ze wat ze dachten dat er in zat. Ze mochten allemaal voelen. Iedereen dacht dat in allebei de ballonnen water zat. Toen lieten we de ballonnen in een emmer water vallen. Wat gebeurde er met de ballonnen? De kinderen registreerden allemaal erg goed dat de ene ballon veel dieper zonk dan de ander en hoewel ze allebei weer boven kwamen drijven, gebeurde dat bij de ene ‘haai’ veel sneller dan bij de ander. We hebben ook zelfs een speelgoed-schildpadje op de ene ballon kunnen leggen en dat bleef drijven. Maar de andere ‘haai’ zonk daarvan.
Heel heel nieuwsgierig waren ze. Wat was nou het verschil? Wat zat er dan in de ballon? Thor dacht aan helium. Want dat kan ook blijven drijven. We bespraken dat lucht ervoor zorgt dat iets kan blijven drijven. De tijger-zandhaai houdt allemaal lucht in zijn maag en blijft daardoor drijven. Maar dat zat niet in onze ballonnen.
De haai weeg ontzettend veel, kan wel tot 2000 kilo zwaar worden. Hij moet wel kunnen blijven drijven. Hoe doet hij dat? Zijn lever is heel groot (30 procent van zijn lichaam bestaat uit de lever) en die lever is helemaal gevuld met olie. Olie blijft drijven. ‘Dus wat denken jullie dat er in de best-drijvende ballon zit?’
‘Olie!’

Voila en toen leerden we ook nog dat niet alleen zijn lever ervoor zorgt dat hij blijft drijven, maar ook zijn skelet dat van licht kraakbeen is gemaakt helpt hem en de vorm van zijn vinnen.
Wat een gave proef! Ik vond het jammer dat de ballon gevuld met water niet op de bodem bleef liggen, maar ik denk dat dit komt doordat er nog wat lucht bij zat. Zo hebben we het aan de kinderen uitgelegd. Gelukkig was het verschil in zink- en drijfsnelheid groot genoeg.

Als laatste hebben de kinderen zelf een zeedier ontworpen. Job had daar heel veel zin in en zat als eerste aan tafel. Eenmaal bezig vond hij het lastig kiezen wat te maken, dus maakte hij meerder dingen.
De zeedieren mochten nog speciale gaven hebben. De kinderen gingen los. Zo werd er bijvoorbeeld een vanuit zijn achterwerk perenschietende schildpad ontworpen, een zeekat, een glow in de dark vis en een zeester die schokken afgeeft. Het was weer zeer geslaagd!

*Namen werden aangepast.